Module 5: Huisdieren (gehouden dieren)
5.5 Ontsnapte exotische dieren
Exotische dieren spreken tot de verbeelding, maar ze brengen ook bijzondere uitdagingen met zich mee – vooral wanneer ze ontsnappen in de openbare ruimte. In deze les duiken we in wat exotische huisdieren precies zijn, welke risico’s ze kunnen opleveren als ze los rondlopen, en hoe gemeenten hiermee om moeten gaan.
Wat zijn exotische dieren?
Onder exotische dieren verstaan we doorgaans dieren die van nature niet in Nederland voorkomen en die hier pas sinds relatief korte tijd worden gehouden. Het gaat vaak om uitheemse soorten – dieren afkomstig uit andere delen van de wereld – die mensen als huisdier of hobbydier houden.
Het gaat om de niet-traditionele huisdieren zoals honden of katten, maar wilde diersoorten die in gevangenschap worden gehouden. Veel mensen realiseren zich niet dat deze dieren eigenlijk niet thuishoren in de Nederlandse huiskamer en gespecialiseerde zorg en leefomstandigheden nodig hebben.
Voorbeelden van exotische dieren in Nederland
In Nederlandse huishoudens en verzamelingen worden diverse exoten gehouden. Enkele bekende voorbeelden:
- papegaaien en parkieten (zoals grijze roodstaartpapegaaien en ara’s)
- siervogels (zoals de tropische Baardman of Balispreeuw)
- slangen (python, boa’s, melkslangen)
- hagedissen (baardagamen, gekko’s, leguanen)
- waterschildpadden (zoals de roodwang- of geelwangschildpad)
- kikkers en salamanders
- spinnen en schorpioenen (zoals vogelspinnen of Aziatische schorpioenen)
- exotische zoogdieren (van Afrikaanse witbuikegels tot wasberen en servals)
Sommige van deze dieren zijn legaal te houden, andere (vooral grotere of gevaarlijke soorten) inmiddels niet meer. Sommige exotische diersoorten zijn al langer verboden om te houden als huisdier, zoals leeuwen, tijgers, beren en andere grote roofdieren. Deze soorten vallen onder strenge internationale en nationale regelgeving vanwege hun gevaar voor de volksveiligheid, het dierenwelzijn en de vaak illegale herkomst (bijvoorbeeld uit de handel in wilde dieren). Dergelijke dieren worden soms nog in beslag genomen bij illegale privécollecties of buitenlandse circussen. Als ze in Nederland terechtkomen, worden ze meestal opgevangen door gespecialiseerde centra zoals Stichting AAP.
Het houden van exotische dieren is populair onder een specifieke groep liefhebbers, maar vraagt veel verantwoordelijkheid. Een exotisch dier heeft vaak speciale behoeften qua voedsel, huisvesting (bijvoorbeeld verwarmde terraria of volières) en ruimte. Als eigenaar moet je goed nadenken of je aan die behoeften kunt voldoen, want het welzijn van het dier kan ernstig in het geding komen als de verzorging tekortschiet. Daarnaast bestaat altijd het risico dat een exotisch dier ontsnapt of dat eigenaren besluiten het dier los te laten als de verzorging tegenvalt – en dát kan leiden tot situaties waar deze les over gaat.
Voorbeelden van ontsnapte of uitgezette exoten in de openbare ruimte
Helaas komen ontsnapte of uitgezette exotische dieren regelmatig voor in Nederland. Soms gaat het om per ongeluk ontsnapte dieren, soms om dieren die bewust in de natuur zijn losgelaten door eigenaren die er niet meer voor kunnen of willen zorgen. Hieronder enkele sprekende voorbeelden van exoten die in onze openbare ruimte zijn terechtgekomen (inclusief foto voor de herkenning, mocht dit dier in jouw gemeente rondlopen of -vliegen):
Exoten in de natuur
Halsbandparkieten
Deze felgroene parkieten zijn misschien wel de bekendste exoten in Nederlandse steden. Oorspronkelijk komen ze uit Zuid-Azië en Afrika, maar sinds de jaren ’70 hebben ontsnapte/losgelaten halsbandparkieten in met name de Randstad een grote populatie opgebouwd.
Inmiddels broeden er naar schatting duizenden paren halsbandparkieten in Nederland. Ze zijn een vertrouwd gezicht in parken in bijvoorbeeld Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Deze vogels zijn ooit ontsnapt uit volières of vrijgelaten; uit zichzelf zouden ze hier niet komen.
Er komen in gemeenten waar grote(re) groepen voorkomen, trekken inwoners vaak aan de bel door de herrie van deze vogels. Als gemeente kun je niets doen tegen deze dieren. Hoewel de halsbandjes wel exoten zijn, staan ze niet op de invasieve exotenlijst. Dit omdat de schade die zij veroorzaken beperkt is.

Waterschildpadden
Het beeld van een schildpad in een vijver in het park is leuk, maar veel van die schildpadden horen hier niet thuis. Met name de roodwangschildpad (en verwante geelwang- en geelbuikschildpad) werden vroeger veel verkocht als huisdier. Als ze te groot werden of lastig in onderhoud, lieten eigenaren ze soms los in vijvers.
Deze soorten (Trachemys scripta) komen oorspronkelijk uit Noord-Amerika en worden gezien als invasieve exoten; ze overleven in ons klimaat en verstoren lokaal de natuur. Sinds 2016 staan deze schildpadden op de EU Unielijst van invasieve exoten, wat betekent dat handel en bezit nu verboden zijn. Toch duiken er nog geregeld vrij rondzwemmende waterschildpadden op in sloten en parken.

Slangen
Ontsnapte slangen halen regelmatig het nieuws. Sommige slangen zijn escapekunstenaars die uit hun terrarium kruipen.
In Spijkenisse vond men bijvoorbeeld een koningspython langs een hockeyveld – een wurgslang die gelukkig niet giftig was. De dierenambulance noemde het een “vrij uitzonderlijke vondst” en bracht de slang naar een gespecialiseerde reptielenopvang in Zwanenburg.
In Utrecht zorgde een ontsnapte python in 2023 voor flink wat opschudding in de buurt: buren durfden hun tuin nauwelijks in totdat de slang weer gevonden was.
En soms gaat het om écht gevaarlijke soorten: in 2023 ontsnapte in Tilburg een groene mamba, een zeer giftige slang. De politie en gemeente waarschuwden omwonenden om alert te zijn en absoluut uit de buurt van de slang te blijven.

Wasberen
De wasbeer (oorspronkelijk uit Noord-Amerika) is een exotisch roofdier dat inmiddels in het wild in Nederland is gesignaleerd. Enkele zijn waarschijnlijk ontsnapt of uitgezet (bijvoorbeeld vanuit Duitsland waar ze al langer in het wild voorkomen). Wasberen zijn invasief; ze kunnen hier overleven en zich voortplanten. Sinds 2016 staan ze op de EU-lijst van zorgwekkende invasieve exoten. Dit betekent dat het verboden is ze te bezitten of uit te zetten, en dat overheden ze moeten vangen of bestrijden als ze in de natuur opduiken.
Toch zijn er de afgelopen jaren wasberen gezien in o.a. Gelderland en Limburg. Ze lijken schattig, maar kunnen agressief worden en ziektes verspreiden. Bij waarneming van een wasbeer in een woonwijk wordt dan ook meteen de hulp van bijvoorbeeld de NVWA of gespecialiseerde vangers ingeroepen.

Servals
Een opvallend voorbeeld van een ontsnapt exotisch huisdier is de serval – een middelgrote wilde kat uit Afrika. Enkele mensen hielden servals als huisdier, maar dat leidt tot risico’s. Er zijn de laatste jaren meerdere gevallen geweest waarbij servals wisten te ontsnappen in woonwijken.
Zo ontsnapte in 2024 binnen 24 uur tijd een serval in Helmond en een serval in Lexmond. In beide gevallen moesten de dieren met moeite weer gevangen worden (waarbij bijvoorbeeld lokkooien, drones en zoekacties met buurtbewoners werden ingezet).
Servals kunnen gevaarlijk zijn voor andere dieren – de politie waarschuwde bewoners om honden en katten binnen te houden, omdat de serval een kat of kleine hond zou kunnen verwonden. Ook mensen moeten voorzichtig zijn: een serval zal meestal schuw wegrennen, maar in het nauw gedreven kan hij uithalen met klauwen en tanden.

Exotische eekhoorns
In enkele gevallen zijn exotische eekhoorns – zoals de Pallas eekhoorn of de Siberische grondeekhoorn – ontsnapt of uitgezet in Nederlandse bossen of parken. Sommige soorten staan op de EU-lijst van invasieve exoten vanwege hun schadelijke gedrag, zoals het knagen aan kabels of het verdringen van inheemse soorten. Gemeenten krijgen bij meldingen te maken met meld- en beheerplicht.

Spinnen en schorpioenen
Ook spinnen zoals vogelspinnen of schorpioenen ontsnappen soms uit terraria. Hoewel de meeste soorten niet direct gevaarlijk zijn voor mensen, veroorzaken ze vaak flinke schrik of onrust in de buurt. In enkele gevallen zijn deze dieren gevonden in schuurtjes, badkamers of trappenhuizen. De dierenambulance of een gespecialiseerde reptielenopvang wordt dan ingeschakeld om het dier veilig te vangen.

Bovenstaande lijst is niet uitputtend. Het geeft wel aan dat ontsnapte exoten uiteenlopen van betrekkelijk onschuldige dieren (een parkiet in het park) tot potentieel levensgevaarlijke situaties (een gifslang in de achtertuin). In alle gevallen is het onnatuurlijk dat deze soorten vrij rondlopen in onze openbare ruimte; er is altijd menselijk handelen aan vooraf gegaan.
Gevaren en impact van exotische dieren in de openbare ruimte
Wanneer exotische dieren los rondlopen in de openbare ruimte, kunnen ze verschillende gevaren en impact met zich meebrengen. We kijken naar de effecten op mensen én op de natuur en wat wetgeving hierover zegt.
Voor mensen: veiligheid, gezondheid en onrust
Ontsnapte exotische dieren kunnen zorgen voor:
Fysiek gevaar
Sommige exoten – zoals wurgslangen, grote hagedissen of een serval – kunnen mensen of huisdieren verwonden. Bij gifslangen is er zelfs risico op ernstig letsel of overlijden. Gemeenten waarschuwen in zulke gevallen om direct 112 te bellen en afstand te houden.
Ziekteoverdracht (zoönosen)
Exotische dieren kunnen ziektes bij zich dragen die overdraagbaar zijn op mensen, zoals Salmonella bij reptielen of hondsdolheid bij wasberen. Contact met uitwerpselen of huid kan al voldoende zijn om besmetting te veroorzaken.
Onrust in de buurt
Zelfs ongevaarlijke dieren kunnen zorgen voor angst of paniek als mensen ze niet herkennen of hun gedrag verkeerd inschatten. Snelle en duidelijke communicatie vanuit de gemeente helpt om rust te bewaren.
Voor de natuur
De ecologische risico’s van exotische dieren zijn in eerdere lessen al besproken. Samenvattend kunnen ontsnapte of uitgezette exoten:
- inheemse soorten verdringen (invasieve exoten zoals wasberen, roodwangschildpadden),
- ziektes overbrengen op wilde dieren, en
- structurele of economische schade veroorzaken (zoals muskusratten die oevers ondergraven).
Wet- en regelgeving rondom exotische dieren
De belangrijkste wetten en regels over het houden, beheren en bestrijden van exotische dieren zijn al eerder behandeld in deze opleiding. Hier volgt een korte samenvatting met de nadruk op wat relevant is bij ontsnapte of uitgezette dieren:
Huis- en hobbydierenlijst (positieflijst)
Sinds 1 juli 2024 mogen alleen zoogdieren als huisdier gehouden worden die op deze lijst staan. Veel exotische zoogdieren, zoals de serval, zijn sindsdien verboden. Voor bestaande gevallen geldt een overgangsregeling.
EU-verordening invasieve exoten
Voor soorten op de Unielijst (zoals de wasbeer, roodwangschildpad of nijlgans) geldt een verbod op bezit, handel en uitzetten. Overheden hebben een wettelijke plicht om deze soorten te bestrijden of beheersen.
Omgevingswet en lokale bevoegdheden
Provincies zijn meestal verantwoordelijk voor de bestrijding van invasieve exoten in de natuur. Gemeenten kunnen optreden op grond van hun rol in de openbare orde en veiligheid – bijvoorbeeld bij gevaarlijke dieren in woonwijken.
Verbod op loslaten & beheersplicht
Exotische dieren mogen niet worden losgelaten in de natuur. Dit wordt beschouwd als verwaarlozing of milieudelict. Zowel eigenaren als overheden hebben een plicht om te zorgen dat deze dieren niet ontsnappen of verwilderen.
Voor meer verdieping kun je terugkijken naar eerdere lessen over wet- en regelgeving.
De rol van de gemeente bij ontsnapte exoten
Wanneer een exotisch dier ontsnapt en in de openbare ruimte belandt, speelt de gemeente vaak een centrale rol in de coördinatie van de reactie. Als dieradviseur binnen of voor een gemeente moet je weten welke stappen ondernomen moeten worden. We behandelen vier kerntaken van de gemeente in zo’n situatie: signalering, inschakelen van hulp, communicatie, en nazorg.
1. Signalering bij melding
Alles begint met de melding dat er een vreemd dier is gezien. Dit kan binnenkomen bij de gemeente via verschillende kanalen: een telefoontje van een inwoner, een melding bij de dierenambulance of politie, of via sociale media.
De eerste rol van de gemeente is serieus nemen en (laten) verifiëren van de melding. Is het inderdaad een exotisch dier? Om wat voor soort gaat het? Soms is de melding vaag (“ik zie een grote slang in het park!”) en moet er eerst een deskundige kijken of het daadwerkelijk bijvoorbeeld een python is of misschien een inheemse ringslang (die ongevaarlijk is).
Stappen bij signalering:
- Registratie van de melding: noteer tijd, plaats, omschrijving en contactgegevens van melder. Dit helpt bij het opvolgen.
- Beoordelen urgentie: gaat het om een gevaarlijk dier (gifslang, grote roofvogel, roofdier) of lijkt het onschuldig? Bij potentieel gevaarlijke exoten is haast geboden.
- Inschakelen van expertise voor identificatie: als niet duidelijk is wat voor dier het is, kan de gemeente bijvoorbeeld een lokale dierenexpert, een medewerker van de dierenambulance of een boswachter vragen te helpen identificeren. Foto’s of video’s van de melder (indien beschikbaar) zijn hierbij nuttig.
- Eigen veiligheid voorop: instructie aan eventuele handhavers of medewerkers: ga niet zelf onvoorbereid het dier vangen als je niet precies weet wat het is. Eerst inschatten en professionals erbij betrekken.
2. Inschakelen van de juiste hulp
Zodra duidelijk is dat er daadwerkelijk een exotisch dier los is, moet de gemeente zorgen dat de juiste hulpdiensten of experts in actie komen om het dier veilig te vangen en de situatie te beheersen. Afhankelijk van het type dier zijn er verschillende mogelijkheden:
Dierenambulance of dierenopvang
In veel gevallen zal de eerste gedachte naar de dierenambulance gaan. Dierenambulances zijn gewend om huisdieren en soms ook exoten op te pakken. Bij een niet-gevaarlijk dier (bijvoorbeeld een schildpad, papegaai, slang waarvan bekend is dat die niet giftig is) kan de dierenambulance het dier ophalen en tijdelijk huisvesten of direct naar een gespecialiseerde opvang brengen. Dierenambulances werken vaak samen met opvangcentra of hebben contacten voor specialistische dieren. Zie ook de lijst met Opvangcentra voor exoten op in deze les.
Politie en brandweer
Als er sprake is van een mogelijk gevaarlijk dier of een situatie die publieksgevaar oplevert, schakelt de gemeente de politie in. De politie kan een gebied afzetten en heeft bevoegdheid om in te grijpen voor de openbare veiligheid. Bij de groene mamba in Tilburg bijvoorbeeld, werkten gemeente en politie nauw samen en werd er ook opgeschaald naar hulp van brandweer en specialisten. De brandweer wordt soms ingeschakeld bij het vangen van dieren op moeilijk bereikbare plekken (denk aan een slang in een spouwmuur, of een aap hoog in een boom). Brandweerlieden hebben ook uitrusting om bijvoorbeeld met vangstokken of netten te werken, al is dit niet standaard hun taak.
Gespecialiseerde vangers/experts
In Nederland zijn er ook particuliere experts die je kunt inschakelen. Voor reptielen zijn er herpetologen of bedrijven zoals ReptielenZoo Serpo, die in Tilburg een speurhond en expertise leverden om de slang te zoeken. Stichting AAP kan advies geven of eventueel uitrukken bij meldingen van ontsnapte apen of exotische zoogdieren. Soms worden dierenartsen met verdovingsgeweren ingeschakeld als een groot dier (bv. een ontsnapte wolf of grote katachtige) moet worden gesedeerd om het te vangen.
Coördinatie en vergunningen
De gemeente zorgt dat, als er ontheffingen nodig zijn (bijvoorbeeld om een beschermde soort te vangen, of om ergens te mogen betreden), dit geregeld wordt. In acute gevallen zal dit meestal achteraf afgewikkeld worden, maar het is goed te weten dat bijvoorbeeld verstoring van beschermde inheemse natuur bij de vangactie onder een noodsituatie kan vallen.
Belangrijk is dat de gemeente het overzicht behoudt: wie doet wat, is er ondersteuning nodig, en is er een plan B als de eerste aanpak mislukt? Uiteindelijk moeten ofwel het dier gevonden worden, of vastgesteld worden dat het wellicht al weg/dood is, voordat men kan “afschalen”.
3. Communicatie naar bewoners en media
Transparante en tijdige communicatie is cruciaal, zeker bij exotische dieren die de aandacht trekken of gevaar kunnen opleveren. De gemeente heeft hierbij een verantwoordelijkheid om zowel bewoners als de media (en via hen het bredere publiek) correct te informeren en gerust te stellen of te waarschuwen.
Enkele richtlijnen voor communicatie:
Waarschuwen bij gevaar
Is het dier gevaarlijk (gifslang, grote katachtige, agressieve hondachtige)? Dan moet meteen een waarschuwing uit naar omwonenden. Dit kan via Burgernet-berichten, sociale media van de gemeente/politie, en persberichten. In Helmond stuurde de politie bijvoorbeeld een Burgernet-melding naar alle telefoons in de buurt om honden- en kattenbezitters te waarschuwen hun dieren binnen te houden vanwege de ontsnapte serval. In Tilburg plaatsten gemeente en politie berichten om mensen te vragen alert te zijn en vooral niet zelf op zoek te gaan naar de gifslang. Dergelijke communicatie moet duidelijk de do’s and don’ts vermelden: bijvoorbeeld “Blijf uit de buurt, benader het dier niet, houd kinderen binnen, bel 112 bij zichtmelding” etc.
Informeren en geruststellen
Bij minder gevaarlijke dieren of na het wegnemen van direct gevaar kan de toon informatief zijn: “Er is een exotische papegaai gesignaleerd, we zijn op de hoogte en proberen hem te vangen. U hoeft niet bang te zijn, maar lok de vogel ook niet actief.” Het publiek waardeert het als ze weten dat de situatie onder controle is of dat er acties lopen. Wanneer het dier gevangen is, communiceer dit dan ook, zodat de rust terugkeert en mensen weten dat bijvoorbeeld het park weer veilig is.
Media te woord staan
Exotische dieren in een woonwijk halen vaak het nieuws. De gemeente (of politie) wijst idealiter een woordvoerder aan die journalisten te woord staat. Zorg dat deze persoon feiten paraat heeft: om welk dier gaat het, is er gevaar, welke maatregelen worden genomen, wat moeten bewoners doen. Consistente communicatie voorkomt geruchten of paniek. In gevoelige gevallen (bv. als het dier nog los is en potentieel gevaarlijk) kan het handig zijn om een gezamenlijke persconferentie of statement van burgemeester en politiechef te geven, zodat iedereen dezelfde boodschap hoort. Als er publieke onrust ontstaat, is het soms nodig dat de burgemeester zelf naar buiten treedt met een bericht om de situatie te duiden.
Communicatie intern
Niet te vergeten – de gemeente moet intern ook communiceren met haar diensten. Handhavers, wijkteams, receptie/balieteams (die telefoontjes krijgen) moeten op de hoogte zijn van wat er gaande is en welke instructies er zijn, zodat zij eenduidige info geven aan inwoners die navraag doen.
Zeker bij gevaarlijke soorten of onrust is communicatie even belangrijk als de vangactie zelf. Het voorkomt mogelijk dat burgers zelf het heft in handen nemen (bijvoorbeeld de stoere buurman die op slangenjacht gaat – iets dat je wilt vermijden). “Zelf geen actie ondernemen, bel 112 bij het dier zien” was expliciet het advies van politie en dierenambulance in Helmond bij de serval.
Duidelijke communicatie redt wellicht ook levens – stel dat iemand denkt “ach, ik vang die slang zelf wel”, dan breng je met een waarschuwing de ernst over: bijvoorbeeld “Pas op: de beet van deze slang is extreem giftig, zoek geen confrontatie.”
4. Nazorg: opvang en preventie
Als het exotische dier eenmaal gevangen of terecht is, eindigt het werk nog niet. De nazorg bestaat uit meerdere aspecten:
Waarheen met het dier?
De gemeente moet (meestal samen met de dierenambulance of NVWA) beslissen wat er met het gevangen dier gebeurt. In veel gevallen zal het dier naar een opvangcentrum gaan.
Bijvoorbeeld, de python uit Spijkenisse kreeg een plekje in de reptielenopvang.
Een serval die gevangen is, zal waarschijnlijk niet aan de eigenaar worden teruggegeven als het houden van dat dier illegaal is geworden – mogelijk wordt zo’n dier ondergebracht bij Stichting AAP of een dierentuin.
Is de eigenaar bekend en mag die het dier wettelijk houden (bijvoorbeeld een ontsnapte papegaai), dan kan het dier terug, maar vaak na controle of de huisvesting nu wel deugdelijk is om herhaling te voorkomen.
In sommige gevallen kan een exotisch dier niet geplaatst worden – bijvoorbeeld bij overtreding van invasieve-exotenregels kan de overheid besluiten tot euthanasie als er geen plek is in erkende opvang en teruggeven geen optie is. Dit is uiteraard laatste redmiddel; vaak proberen instanties een oplossing te vinden waarbij het dier in leven kan blijven in een veilige omgeving.
Afhandeling juridische kant
Nazorg omvat ook het administratieve afhandelen. Als er wetten overtreden zijn (bijvoorbeeld iemand had een verboden dier of heeft het laten ontsnappen met schade als gevolg), dan kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Hierin speelt de gemeente een beperkte rol – dit is meestal aan de politie/NVWA.
Wel kan de gemeente bijvoorbeeld kosten verhalen op de eigenaar. Denk aan kosten voor inzet van dierenambulance of opvangkosten. Wettelijk mag de gemeente kosten van opvang van gevonden/zwervend dier vaak verhalen op de eigenaar indien die bekend is (deze bevoegdheid is er voor gezelschapsdieren op basis van het Burgerlijk Wetboek en gemeentelijke verordeningen).
Evaluatie en rapportage
Intern zal de gemeente evalueren: is alles goed verlopen? Had men de juiste contactpersonen? Zijn er verbeterpunten voor een volgende keer? Zeker als het incident groot was (bijvoorbeeld een buurt dagenlang in de ban van een exotisch dier), is het zinvol om een verslag te maken en te kijken of protocollen moeten worden aangescherpt.
Voorlichting en preventie
Ten slotte kan de gemeente naar aanleiding van zo’n incident ook breder voorlichting gaan geven om herhaling te voorkomen. Bijvoorbeeld een nieuwsbericht of campagne richting inwoners over het niet aanschaffen van ongeschikte exotische huisdieren, of tips om verblijven goed af te sluiten. Soms wordt landelijk nieuws aangegrepen om lokaal educatie te geven. Een gemeente zou op de website kunnen plaatsen: “Heeft u een exotisch huisdier? Lees hier onze tips om ontsnapping te voorkomen en wat te doen als u er niet meer voor kunt zorgen (afstandsadres etc.).” Preventie is belangrijk: hoe minder exoten ontsnappen of losgelaten worden, hoe beter.
Samenwerkingsovereenkomst opvang
Als het vaker voorkomt, zou een gemeente zelfs proactief een overeenkomst kunnen sluiten met een opvangcentrum of de dierenambulance voor het afhandelen van exotische dieren. Zo’n regeling kan onderdeel zijn van het dierenwelzijnsbeleid van de gemeente.
Nazorg gaat dus over zowel het welzijn van het betreffende dier (het veiligstellen daarvan) als over het leren van het incident en voorkomen van nieuwe gevallen. Voor de bewoners betekent goede nazorg dat zij weten dat het probleem écht is opgelost (het dier is weg of veilig) en dat men zich weer gerust kan voelen in de openbare ruimte.
Opvangcentra in Nederland voor exotische dieren
Exotische dieren die ontsnappen, worden afgestaan of in beslag genomen, kunnen niet terecht bij reguliere asielen. In Nederland zijn daarom gespecialiseerde opvangcentra actief voor verschillende diergroepen (zie ook de adreslijst in deze les met adressen Opvangcentra voor Exoten):
-
Stichting AAP (Almere): Opvang van exotische zoogdieren zoals apen, katachtigen en wasberen. Veelgevraagd bij gemeenten en in beslagnamezaken. Beperkte capaciteit; werkt samen met buitenlandse opvangplekken.
-
Reptielenopvangcentra: Reptielen en amfibieën worden opgevangen door o.a. Reptielenopvang Zwanenburg, Stichting Herpetofauna (Nijkerk) en Stichting Iguana (Vlissingen). Soms worden zeer giftige soorten elders ondergebracht.
-
Schildpaddenopvang Nederland (Harkema): Gespecialiseerd in waterschildpadden, met name invasieve Trachemys-soorten. Erkend opvangcentrum onder EU-wetgeving.
-
Vogelopvangcentra: Voor exotische vogels zoals parkieten en papegaaien bestaan gespecialiseerde opvangplekken, waaronder Hope for Wings en Papegaaienhulp. Ook wildvogelcentra vangen incidenteel exoten op.
-
Overheidsdepots: Voor invasieve soorten waarvoor geen particuliere opvang is, werkt de overheid met erkende opvanglocaties of dierentuinen. RVO houdt toezicht. Uitzonderlijk kunnen dieren worden geëuthanaseerd.
Deze opvangcentra zijn cruciaal bij het beheersen van exotensituaties in gemeenten. Ze bieden onderdak, expertise en samenwerking, en helpen zo dierenleed en ecologische schade te voorkomen. Als dieradviseur is kennis van deze netwerken essentieel.
Praktijkvoorbeelden
Tot slot bekijken we een paar praktijkvoorbeelden van ontsnapte exotische dieren die in het nieuws zijn geweest, en zien we hoe de betrokken gemeente(n) in die gevallen hebben gehandeld. Dit maakt bovengenoemde theorie concreet.
Ontsnapte exotische dieren in de media
Giftige slang in Tilburg (2023)
In november 2023 ontstond in Tilburg een gevaarlijke situatie toen een groene mamba ontsnapte uit een woning. De groene mamba is een slang uit Afrika en een van de weinige echt zeer giftige slangen; zijn gif kan een volwassen mens doden. De eigenaar merkte ’s avonds dat de slang weg was en belde de politie. Hierop sloegen politie én gemeente alarm: omwonenden in de wijk werden direct gewaarschuwd om binnen te blijven en vooral weg te blijven bij de slang. Via Twitter, nieuwsmedia en een pushmelding in de buurtapp werd iedereen geïnformeerd.
De gemeente schakelde gespecialiseerde hulp in: reptielendeskundigen van ReptielenZoo Serpo werden naar Tilburg gehaald, inclusief een speurhond getraind op reptielen. De brandweer stond stand-by. Men zocht de hele nacht en volgende dag in en om het betreffende huis. De gemeente communiceerde open over de voortgang (“experts zijn bezig de slang te zoeken”) en gaf extra informatie over het gedrag van de slang om angst wat te temperen (“de tropische slang zal in dit weer niet snel buiten actief worden, waarschijnlijk verstopt hij zich binnen” meldde de gemeente). Intussen had de eigenaar uit voorzorg zijn andere slangen en reptielen tijdelijk elders ondergebracht.
Uiteindelijk bleek de mamba zich diep in een spouwmuur te hebben verscholen en werd na enkele dagen gelukkig aangetroffen binnen het huis – levend – waarna hij door experts veilig is verwijderd.
In deze case zien we de gemeente optreden als crisiscoördinator: zorgen voor publiekswaarschuwing, inschakelen van expertise buiten de reguliere diensten, en voortdurend informeren. Na afloop heeft de gemeente samen met de NVWA bekeken of de eigenaar wel de slangen veilig genoeg huisvestte en of er vergunningen nodig waren (voor giftige slangen geldt namelijk vaak een extra vergunningsplicht onder de Wet Dieren, omdat ze gevaarlijk zijn). Dit voorbeeld laat zien dat snelle communicatie (“bel 112 bij zien slang, niet zelf vangen”) en professionele hulp cruciaal zijn om zo’n potentieel levensgevaarlijk incident tot een goed einde te brengen.
Ontsnapte servals in woonwijk (2024)
In de zomer van 2024 gebeurde iets opmerkelijks: binnen één weekend ontsnapten in twee verschillende plaatsen twee servals (wilde katachtigen). In Helmond glipte een serval ’s avonds weg uit de handen van de eigenaars tijdens een ommetje, en in Lexmond ontsnapte er een uit een volière bij iemand thuis.
Beide gemeenten kwamen voor de uitdaging te staan een snelle, schuwe wildkat te vangen in een woonwijk. In Helmond stuurde de politie onmiddellijk een Burgernet, hierin werden mensen opgeroepen hun huisdieren binnen te houden en uit te kijken. Men benadrukte dat de serval geen mensen opzoekt maar dat je hem niet moet benaderen en 112 moet bellen bij waarneming. Vrijwilligers en de dierenambulance hielpen mee zoeken. Er werden kooien met lokvoer geplaatst en ’s nachts zocht men met zaklampen.
In Lexmond wist men de serval dezelfde dag te lokken naar een tuin en kon hij met een vangnet worden gepakt. De gemeente daar had een boswachter en een dierenarts standby. De Helmondse serval bleef langer spoorloos; de gemeente Helmond schakelde zelfs een drone-team in en verspreidde meerdere oproepen. Uiteindelijk duurde het weken voordat die serval, die intussen de bossen in was gevlucht, kon worden gevangen met medewerking van omliggende gemeenten en wildbeheereenheden. Interessant is dat beide gevallen niet de eerste keer waren: dezelfde eigenaren hadden eerder al eens een serval laten ontsnappen. Hieruit trok men de les dat deze dieren erg ongeschikt zijn als huisdier. In de media uitten organisaties als Stichting AAP kritiek en opgeluchtheid dat vanaf 2024 de serval niet meer gehouden mag worden.
De rol van de gemeenten Helmond en Vijfheerenlanden (waar Lexmond onder valt) was vooral faciliterend: ze hielpen met communicatie (waarschuwingen), zorgden dat dierenambulance/politie voldoende middelen hadden (vallen, toegang tot tuinen via bewonerscommunicatie) en informeerden achteraf over de afloop. Ook hebben zij melding gedaan bij RVO/NVWA dat hier servals gehouden werden, om te checken of dat nog legaal was en of de dieren wellicht naar opvang moesten. Deze voorbeelden tonen dat zelfs in een gewone woonwijk een “mini-safaritaferelen” kunnen ontstaan en dat een gedegen aanpak met hulpdiensten en experts nodig is om het dier én de openbare orde veilig te stellen.
Rode ibis in Dordrecht (2022)
Niet alle ontsnapte exoten leiden tot gevaar; sommigen zorgen juist voor verrassend natuurspektakel. In 2022 zwom en fourageerde enkele dagen lang een rode ibis (een fel oranje-rode tropische vogel) in een poldergebied bij Dordrecht. Vogelaars waren enthousiast en veel mensen kwamen kijken naar deze exotische verschijning.
De gemeente kreeg meldingen, maar deze vogel vormde geen bedreiging – hij genoot gewoon van de drassige polder op zoek naar voedsel. Vermoedelijk was de ibis ontsnapt uit een volière (Latijns-Amerikaanse ibissoorten vliegen echt niet vanzelf hierheen). De oud-boswachter ter plaatse gaf uitleg aan media dat de vogel waarschijnlijk een ontsnapt exemplaar betrof. In zulke gevallen kiest de gemeente vaak voor een afwachtende houding: de vogel werd niet actief gevangen omdat hij geen overlast of gevaar gaf. Vaak lukt het de eigenaar of een vogelopvang om met een lokkooi of voedsel de vogel te vangen na verloop van tijd. Of – zoals hier gebeurde – de ibis verdwijnt na een paar dagen weer (mogelijk zelf verder gevlogen of alsnog door iemand gevangen). De rode ibis valt qua wetgeving onder CITES Bijlage B, wat betekent dat er specifieke verplichtingen en documentatie vereist zijn voor het houden en verhandelen van deze soort.
De gemeente communiceerde in dit voorbeeld nauwelijks, behalve dat als mensen vroegen ze bevestigden dat het bekend was en dat de vogel waarschijnlijk van iemand is. Het is echter wél leerzaam: dit illustreert dat Nederland steeds vaker vreemde vogels ziet door ontsnappingen. Sovon Vogelonderzoek gaf aan dat al meer dan 250 exotische vogelsoorten in het wild zijn waargenomen, meestal ontsnapte siervogels. Gemeenten hoeven niet elke kleurrijke verschijning achterna te zitten, maar moeten het fenomeen kennen en inschatten wanneer ingrijpen nodig is (bijvoorbeeld bij grote invasieve soorten als de heilige ibis, die wél proactief bestreden wordt in sommige regio’s.
Koningspython in woonwijk (2023)
In juni 2023 raakte de Utrechtse wijk Overvecht in rep en roer toen een bewoner zijn koningspython kwijt was. De slang ontsnapte waarschijnlijk via een openstaande deur. Buurtbewoners zagen de humor er niet van in: het beeld van een 1,5 meter lange wurgslang die ergens onder een struik kon liggen, maakte mensen nerveus.
De gemeente Utrecht liet de dierenambulance zoeken en verspreidde via Twitter en buurtpreventiekanalen een bericht dat men bij aantreffen de slang niet moet aanraken en hen moet bellen. Enkele dagen later werd de python gelukkig teruggevonden in een schuurtje een straat verderop. Hier was vooral de perceptie het probleem – de slang was niet gevaarlijk voor mensen, maar de gemeente moest toch adequaat reageren om de onrust weg te nemen. Dit deden ze door snel te zoeken, publiek te informeren en na vangst weer te melden dat de slang terecht was. Tevens is met de eigenaar gesproken over betere voorzorg (bv. deuren dicht houden of een veilig terrarium).
Deze praktijkvoorbeelden tonen het brede spectrum: van acute crises (gifslang) tot aan mediagenieke verhalen (ibis, python) en structurele problemen (servals). Telkens zien we dat samenwerking tussen eigenaar/omwonenden, gemeente, hulpdiensten en experts de sleutel is om het dier te lokaliseren en de situatie op te lossen. Ook valt op dat communicatie (zowel waarschuwing als transparantie) enorm helpt om de impact op de gemeenschap te beheren.
Elke casus is weer anders. Als dieradviseur zal je misschien niet zelf de slang uit de boom halen, maar je hebt wél een rol in advisering en coördinatie achter de schermen. Je kunt bijvoorbeeld protocollen helpen opstellen voor de gemeente, of als vraagbaak dienen bij de identificatie van een exotisch dier (“Is deze soort gevaarlijk? Wat is de beste aanpak?”). Ook kun je na zo’n incident meedenken over voorlichting om herhaling te voorkomen.
Een opdracht om voor jezelf uit te werken
Stel, je werkt als dieradviseur bij een middelgrote gemeente. Op een maandagochtend krijg je een telefoontje: er is vermoedelijk een exotische grote hagedis gezien in een openbaar plantsoen door een inwoner. Hoe ga je te werk? Beschrijf stap voor stap welke acties je zou ondernemen, welke partijen je inschakelt en hoe je de communicatie richting bewoners zou aanpakken. Denk hierbij aan het inschatten van het risico (je weet nog niet of de hagedis gevaarlijk is), het vangen/opvangen van het dier en de nazorg. Welke adviezen geef je aan de gemeente om dit in goede banen te leiden?
Gebruik de kennis uit deze les bij je antwoord. Er is geen perfect antwoord; het gaat erom dat je laat zien dat je de kernpunten (veiligheid, expertise inschakelen, communicatie, dierenwelzijn, wetgeving) kunt toepassen in een praktische situatie.
Je hoeft deze uitwerking niet in te sturen als huiswerk. Ter inspiratie is een mogelijke uitwerking van deze opdracht uitgewerkt.
Mogelijke uitwerking case Hagedis
Stap 1 – Melding verifiëren en risico inschatten
- Registratie van de melding: Noteer de naam en contactgegevens van de melder, het exacte tijdstip en de locatie van de waarneming, en wat de melder precies heeft gezien.
- Vraag naar ondersteunend bewijs: Vraag of de melder een foto of video heeft kunnen maken van het dier (vaak cruciaal voor identificatie).
- Eerste inschatting risico:
- Gaat het mogelijk om een ontsnapte baardagaam, leguaan, of een andere hagedisachtige?
- In Nederland worden geen gevaarlijke hagedissen als huisdier gehouden die dodelijk kunnen zijn voor mensen, maar grote hagedissen kunnen bijten of krabben en schrik veroorzaken.
- Geen directe dreiging voor mens of dier, tenzij anders blijkt.
Stap 2 – Interne afstemming en inschakelen expertise
- Informeer interne contactpersonen binnen de gemeente (bijvoorbeeld team openbare ruimte, wijkbeheerder en communicatie).
- Neem contact op met de dierenambulance in de regio. Leg de situatie uit en vraag of zij iemand kunnen sturen die bekend is met reptielen of die ervaring heeft met het vangen van dit soort dieren.
- Zo nodig een specialist inschakelen: Als de melding vaag is of als de dierenambulance geen geschikte middelen heeft, kan een reptielenopvang of reptielenexpert worden benaderd. Denk aan:
- Stichting Herpetofauna
- Reptielenopvang Zwanenburg
- Serpo (reptielenexpertise bij ontsnappingen)
- Vraag hen om het dier veilig te vangen als het wordt aangetroffen en, indien nodig, tijdelijk op te vangen.
Stap 3 – Observatie en zoeken op locatie
- Laat iemand ter plaatse gaan (dierenambulance of reptielenexpert) om de plek te inspecteren.
- Indien nodig: laat het terrein tijdelijk afzetten als er veel omwonenden aanwezig zijn of als het dier zichtbaar is en zich moeilijk laat vangen.
- Wees terughoudend met handhavers of politie tenzij het dier gevaarlijk gedrag vertoont of onrust in de wijk veroorzaakt.
Stap 4 – Communicatie richting bewoners
- Vooraf: Als het dier nog niet is gezien maar er al wel vragen binnenkomen, geef een korte reactie op social media of via een wijkbericht:
“Er is een melding binnengekomen van een mogelijk exotisch dier in het plantsoen aan de [straatnaam]. Er is geen direct gevaar, maar we laten dit onderzoeken. Mocht u iets zien, raak het dier niet aan en bel [dierenambulance of meldpunt].” - Tijdens de actie: Als het dier wordt gevonden of als er veel nieuwsgierigheid ontstaat:
“Vandaag is een grote hagedis gesignaleerd in het plantsoen. De situatie is onder controle. Een gespecialiseerd team is ingeschakeld om het dier op een veilige manier op te vangen. We houden u op de hoogte.” - Na afloop: Laat weten of het dier gevangen is en wat ermee gebeurt. Dit zorgt voor rust:
“De hagedis in het plantsoen is veilig gevangen door een reptielenexpert. Het dier is overgedragen aan een opvangcentrum. Vermoedelijk gaat het om een ontsnapt huisdier. Hartelijk dank aan de melder en betrokkenen.”
Stap 5 – Nazorg en follow-up
- Opvang: Laat het dier overdragen aan een erkende opvang (bijvoorbeeld reptielenopvang). Als de eigenaar zich meldt, controleer of het dier op legale wijze gehouden werd.
- Evaluatie: Was de inzet toereikend? Waren er verbeterpunten? Bespreek dit kort intern.
- Advies aan gemeente:
- Houd een lijst bij van opvanglocaties of experts voor exotische dieren.
- Zorg dat de frontoffice weet waar ze meldingen kunnen doorzetten.
- Overweeg (bij herhaalde meldingen) een alinea op de gemeentelijke website over wat inwoners moeten doen bij het zien van exotische dieren.
- Indien passend: neem contact op met de NVWA als het vermoeden bestaat dat het dier illegaal gehouden werd (bijvoorbeeld als het een beschermde soort betreft of een gevaarlijke variant).
Voortgang
Lessen in deze module
Klik op de afbeelding voor een grote weergave met alle adressen van Opvangcentra voor exotische dieren.


