Module 4:
Wet- en regelgeving
In deze module leer je hoe de wetgeving rondom dieren is opgebouwd en wat dit betekent voor de dagelijkse praktijk binnen een gemeente. Je krijgt inzicht in de belangrijkste wetten op Europees, nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau, en leert hoe deze samenhangen en toegepast worden. Na afloop weet je welke regels van toepassing zijn bij diergerelateerde vragen en hoe je als dieradviseur hiermee omgaat in beleid, handhaving en advisering.
Les 4.1 Inleiding in wet- en regelgeving rondom dieren
In deze les leer je waarom wetgeving rondom dieren belangrijk is en welke instanties betrokken zijn bij toezicht en handhaving. Ook krijg je inzicht in de juridische niveaus van regelgeving: Europees, nationaal, provinciaal en gemeentelijk.
Les 4.2 Europese wetgeving en de invloed op Nederland
Veel Nederlandse dierenregels zijn gebaseerd op Europese verordeningen en richtlijnen over dierenwelzijn, soortenbescherming en diergezondheid. Je leert hoe deze regels doorwerken in nationale wetgeving en welke EU-regels het relevantst zijn voor gemeenten.
Les 4.3 De Wet dieren en de Omgevingswet
Deze les behandelt de belangrijkste Nederlandse wetten over dieren: de Wet dieren en de Omgevingswet, inclusief hun structuur, uitgangspunten en uitvoeringsregels. Je leert hoe deze wetten samenhangen en wat dit betekent voor het gemeentelijk dierenbeleid.
Les 4.4 Overige dierenwetgeving – van uithuisplaatsing tot proefdieren
Je maakt kennis met aanvullende wet- en regelgeving zoals het Burgerlijk Wetboek, de Algemene wet bestuursrecht, en regels over dierproeven, exoten en waterkwaliteit. Ook wordt stilgestaan bij praktische kwesties zoals achtergelaten dieren bij huisontruimingen en opvang van CITES-soorten.
Les 4.5 Gemeentelijke en provinciale regelgeving
In deze les staat de vertaalslag van landelijke wetgeving naar gemeentelijk en provinciaal niveau centraal. Je leert welke bevoegdheden gemeenten en provincies hebben en hoe ze deze inzetten via de APV, beleidsnota’s en vergunningen.
Les 4.6 Wetgeving toepassen in de gemeentelijke praktijk
In deze les leer je hoe je wet- en regelgeving effectief kunt lezen en toepassen in jouw werk, ook als je geen jurist bent. Je ontdekt hoe je wetten opzoekt, interpreteert en vertaalt naar gemeentelijke praktijkvragen rondom dieren.
4.7 Samenvatting van de module 4
Deze afsluitende les geeft een overzicht van de belangrijkste wetten, de samenhang daartussen en de rol van de dieradviseur in de praktijk. Je krijgt handige tips en bronnen om je kennis te verdiepen en toe te passen in je werk.
Les 4.8 Oefeningen en huiswerk
Deze les bevat verdiepende opdrachten waarmee je de stof uit de module actief oefent en toepast op praktijksituaties. Je werkt aan casussen, vragen en reflectieopdrachten die je voorbereiden op het werken met wetgeving in jouw gemeente.