Module 3:  Dieren in de gemeente

3.7  Samenvatting module 3

Samenvatting

Als dieradviseur binnen een gemeente kom je in aanraking met veel verschillende diersoorten. Deze module 3 geeft je basiskennis over het dierenrijk, de rol van dieren binnen het ecosysteem en hoe je als gemeente omgaat met dierenwelzijn, overlast en regelgeving. Daarnaast heb je geleerd je welke diergroepen in de gemeente voorkomen en hoe deze worden ingedeeld in beleidsmatig relevante categorieën.

Indeling van het dierenrijk en taxonomie

Het dierenrijk is ingedeeld in verschillende groepen, waarbij taxonomie helpt om dieren te herkennen en hun gedrag en behoeften beter te begrijpen. Dit is handig bij vragen van inwoners of bij beleid rondom soortenbeheer. Dankzij DNA-onderzoek verandert de indeling steeds en worden nieuwe diersoorten ontdekt.

In Nederland komen zowel inheemse als exotische dieren voor. Inheemse dieren hebben zich hier op natuurlijke wijze gevestigd, terwijl exoten door menselijk handelen zijn geïntroduceerd. Sommige exoten kunnen schadelijk zijn voor het ecosysteem en worden dan als invasief bestempeld.

Diersoorten in de gemeente

Gemeenten maken bij hun dierenbeleid vaak onderscheid tussen verschillende groepen dieren. Dit helpt bij het maken van passende regels en maatregelen. De belangrijkste categorieën zijn:

Gehouden dieren (huisdieren)

Dit zijn dieren die mensen in en om huis houden voor gezelschap, zoals honden, katten, konijnen, cavia’s, parkieten en siervissen.

Huisdieren spelen een belangrijke rol in het leven van mensen, maar kunnen ook voor overlast zorgen, zoals blaffende honden, loslopende katten of bijtincidenten. Gemeenten hebben regels rondom bijvoorbeeld chippen, losloopgebieden en het opruimen van hondenpoep. Daarnaast spelen dierenasiels en opvangcentra een rol bij de zorg voor zwerf- en afstandsdieren.

Hobby- en commercieel gehouden dieren

Deze groep omvat dieren die voor sport, hobby of agrarische doeleinden worden gehouden, zoals paarden, kippen, schapen, varkens en koeien.

  • Hobbydieren worden vaak in kleine aantallen gehouden, zoals kippen in een achtertuin of een paar geiten op een weiland. Hier kunnen buren overlast van ervaren (denk aan hanengekraai).
  • Commercieel gehouden dieren vallen onder strengere wetgeving, zoals melkvee of paarden in maneges. Gemeenten moeten vaak beoordelen of bedrijven voldoen aan dierenwelzijnseisen en milieuregels.

Dieren in het wild

Wilde dieren leven zonder directe menselijke zorg, zoals vogels, egels, vossen en reeën. Ze dragen bij aan biodiversiteit, maar kunnen ook voor overlast zorgen.

  • Vogels zoals meeuwen, kauwen en duiven trekken veel naar de stad vanwege de voedselbronnen. Overlast door geluid, uitwerpselen en nestgedrag is een terugkerend aandachtspunt.
  • Zoogdieren zoals egels, marters en muizen leven in de stad en helpen bij natuurlijke plaagbestrijding. Soms ervaren inwoners hinder van steenmarters of vossen.
  • Reptielen en amfibieën zoals kikkers en ringslangen zijn kwetsbaar en vragen om ecologisch beheer, bijvoorbeeld door het plaatsen van amfibieëntunnels bij wegen.

Veel wilde dieren zijn beschermd, wat betekent dat gemeenten zorgvuldig moeten omgaan met meldingen van overlast of schade.

Plaagdieren

Sommige diersoorten worden als plaag beschouwd omdat ze schade veroorzaken of een gezondheidsrisico vormen. Denk aan ratten, muizen, duiven of insecten zoals wespen.

Het beheersen van plaagdieren moet diervriendelijk en effectief gebeuren. Gemeenten kunnen preventieve maatregelen nemen, zoals het verminderen van voedselbronnen en nestgelegenheid. Chemische bestrijding wordt steeds minder gebruikt vanwege negatieve effecten op andere dieren en het milieu.

Invasieve exoten en wetgeving

Sommige exoten kunnen zich sterk verspreiden en schade aanrichten aan de natuur, infrastructuur of volksgezondheid. De Europese Unielijst bepaalt welke soorten bestreden moeten worden. Gemeenten moeten hierbij samenwerken met provincies en waterschappen.

Voor invasieve exoten gelden strikte regels: ze mogen niet vrijgelaten, verkocht of verhandeld worden. Dierenambulances mogen ze vaak niet vervoeren, tenzij voor euthanasie. Dit kan leiden tot lastige situaties, bijvoorbeeld bij gewonde exoten zoals de nijlgans, waarbij dierwelzijn en wetgeving botsen.

Preventie is de beste oplossing: goede voorlichting voorkomt dat mensen ongewenste huisdieren uitzetten in de natuur.

Dierenwelzijn in de praktijk

Dieren hebben een intrinsieke waarde, wat betekent dat ze als levende wezens een eigen belang en welzijn hebben, los van hun nut voor de mens. Dit welzijn wordt beoordeeld aan de hand van de Five Domains: voeding, omgeving, gezondheid, gedrag en mentale staat.

Binnen elke diercategorie in de gemeente kun je dierenwelzijn concreet vertalen naar beleid en aanpak:

  • Gehouden dieren: Stimuleren van verantwoord huisdierenbezit door voorlichting, het verplichten van chippen en het ondersteunen van initiatieven zoals dierenopvang. Toezicht op broodfok en fokken met erfelijke gebreken draagt bij aan gezondheid en welzijn.
  • Hobby- en commercieel gehouden dieren: Zorgen voor goede huisvesting, voldoende ruimte en sociale interactie (bijv. weidegang voor paarden). Strengere handhaving bij misstanden en ondersteuning van initiatieven voor diervriendelijke landbouw.
  • Dieren in het wild: Beschermende maatregelen zoals veilige oversteekplaatsen, ecologisch groenbeheer en behoud van leefgebieden. Bewustwording creëren over het laten rusten van wilde dieren en het beperken van verstoring.
  • Plaagdieren: Preventie in plaats van bestrijding, bijvoorbeeld door het verminderen van voedselbronnen en het inzetten van diervriendelijke methoden zoals Integrated Pest Management (IPM).

Ecologische functies van dieren binnen de gemeente

Dieren vervullen verschillende rollen in de natuur en dragen bij aan de balans binnen de gemeente. Predatoren zoals uilen en vleermuizen helpen bij natuurlijke plaagbestrijding. Bestuivers zoals bijen en hommels zorgen voor plantengroei. Afbrekers zoals wormen en kevers recyclen organisch materiaal.

Gemeenten moeten hier rekening mee houden bij groenbeheer, bijvoorbeeld door ecologisch maaien of het inrichten van diervriendelijke groenzones. Bewustwording onder inwoners helpt om overlast op een duurzame manier aan te pakken.

Don`t copy text!