Module 1: Inleiding tot dierenwelzijn en beleidsadvies

1.1 Wat is dierenwelzijn? Begripsbepaling en achtergrond.

Deze training gaat over dieren en over dierenwelzijn. Maar wat is dierenwelzijn?

Het begrip dierenwelzijn kan op verschillende manieren worden gedefinieerd en beoordeeld. Twee belangrijke modellen die hierbij vaak worden gebruikt, zijn het model van Brambell en de Five Domains of Welfare-benadering. Hoewel beide modellen gericht zijn op het beoordelen van dierenwelzijn, verschillen ze in hun aanpak en reikwijdte.

Het Model Van Brambell: De Vijf Vrijheden

Het model van Brambell, dat in 1965 werd geïntroduceerd door de Brambell Commissie, legt de basis voor moderne opvattingen over dierenwelzijn. Dit model definieert vijf vrijheden waaraan voldaan moet worden om het welzijn van dieren te garanderen:

  1. Vrij van honger en dorst: door toegang te bieden tot vers water en een gezond dieet.
  2. Vrij van ongemak: door een geschikte leefomgeving te bieden, inclusief beschutting en een comfortabele rustplaats.
  3. Vrij van pijn, verwondingen en ziektes: door preventieve maatregelen en snelle diagnose en behandeling.
  4. Vrij om normaal gedrag te vertonen: door voldoende ruimte, geschikte voorzieningen en contact met soortgenoten.
  5. Vrij van angst en stress: door omstandigheden te vermijden die mentale stress veroorzaken.

Hoewel de vijf vrijheden een belangrijke basis vormen, richt dit model zich vooral op het minimaliseren van negatieve ervaringen en minder op het bevorderen van positieve welzijnsaspecten.

Five Domains Of Welfare: een holistische benadering

De Five Domains of Welfare-benadering bouwt voort op het model van Brambell, maar biedt een meer holistische kijk op dierenwelzijn. Het erkent niet alleen de afwezigheid van negatieve ervaringen, maar benadrukt ook het belang van positieve welzijnsaspecten. Dit model bestaat uit vijf domeinen:

1. Voeding (Nutrition)

  • Dit domein richt zich op toegang tot voldoende, gevarieerd en geschikt voedsel en water.
  • Praktisch voorbeeld: een paard dat niet de juiste balans van ruwvoer en krachtvoer krijgt, kan last krijgen van spijsverteringsproblemen.

2. Fysieke omgeving (Physical Environment)

  • De leefomgeving van een dier speelt een cruciale rol in het welzijn en omvat aspecten zoals temperatuur, luchtkwaliteit en fysieke ruimte.
  • Praktisch voorbeeld: een hond die buiten wordt gehouden zonder beschutting tegen extreme weersomstandigheden ervaart significant ongemak.

3. Gezondheid (Health)

  • Dit domein omvat de fysieke conditie van een dier, inclusief ziektes, verwondingen en de kwaliteit van veterinaire zorg.
  • Praktisch voorbeeld: regelmatige gezondheidscontroles bij koeien kunnen mastitis voorkomen, wat een positieve invloed heeft op hun welzijn.

4. Gedragsinteracties (Behavioral Interactions)

  • Hier wordt gekeken naar de mogelijkheid van een dier om natuurlijk gedrag te vertonen, zowel in interactie met soortgenoten als met de omgeving.
  • Praktisch voorbeeld: varkens die toegang hebben tot stro kunnen hun natuurlijke wroetgedrag vertonen, wat stress vermindert.

5. Mentale toestand (Mental State)

  • Dit domein kijkt naar de emotionele toestand van het dier. Positieve ervaringen zoals plezier, comfort en voldoening dragen bij aan welzijn, terwijl stress, angst of verveling dit kunnen verminderen.
  • Praktisch voorbeeld: een kat die regelmatig wordt gestimuleerd met speelgoed en interactie vertoont een hogere mate van mentale tevredenheid.

Het Five Domains Model is wetenschappelijk getoetst en ontwikkeld door dierwetenschappers. Het model is oorspronkelijk opgezet door David Mellor, een professor in dierfysiologie en welzijnswetenschappen, en heeft zich sinds de jaren 1990 ontwikkeld op basis van wetenschappelijk onderzoek.

Hoe is het getoetst?

Het model is, en wordt nog steeds, getoetst op bruikbaarheid en doelmatigheid. Bijvoorbeeld door:

1. Wetenschappelijke publicaties

Het model is onderbouwd door meerdere peer-reviewed studies en wordt internationaal erkend in de academische wereld. Onderzoek naar dierenwelzijn, diergedrag, en fysiologische indicatoren van welzijn heeft de principes van het model ondersteund.

2. Praktische toepassing

Het model wordt gebruikt in diergeneeskunde, dierethiek, en beleidsontwikkeling. Zowel overheden als dierenwelzijnsorganisaties als wetenschappers passen het model toe om welzijn te beoordelen en verbetermaatregelen te formuleren.

3. Vergelijking met andere modellen

In vergelijking met de Five Freedoms, een ouder welzijnsmodel, biedt het Five Domains Model een bredere en diepgaandere kijk op dierenwelzijn. Dit verschil is uitgebreid onderzocht en beschreven in wetenschappelijke literatuur.

4. Toepassing in verschillende diersoorten

Het model is toegepast en onderzocht bij diverse diersoorten, van gezelschapsdieren en landbouwhuisdieren tot in het wild levende dieren en dieren in dierentuinen.

Voor wie het interessant vindt om meer hierover te lezen:
Belangrijke publicaties over het Five Domains Model:

  • Mellor, D.J., & Reid, C.S.W. (1994). “Concepts of animal well-being and predicting the impact of procedures on experimental animals.” ANZCCART News, 7(4), 1-23.
  • Mellor, D.J. (2016). “Updating animal welfare thinking: Moving beyond the ‘Five Freedoms’ towards ‘A Life Worth Living’.” Animals, 6(3), 21.
  • Mellor, D.J., et al. (2020). “The 2020 Five Domains Model: Including Human–Animal Interactions in Assessments of Animal Welfare.” Animals, 10(10), 1870.
    The 2020 Five Domains Model: Including Human-Animal Interactions in Assessments of Animal Welfare – PubMed

Verschil tussen de Vijf Vrijheden en Five Domains

Het belangrijkste verschil tussen deze twee modellen is dat de vijf vrijheden vooral gericht zijn op het voorkomen van negatieve omstandigheden, terwijl het Five Domains-model zich richt op zowel negatieve als positieve welzijnsaspecten. Hierdoor biedt het Five Domains-model een meer gedetailleerde en wetenschappelijk onderbouwde methode om dierenwelzijn te beoordelen en te verbeteren.

Dierenwelzijn binnen deze training

Wij werken met het Five Domains Model omdat het een helder en praktisch hulpmiddel is om dierenwelzijn goed te beoordelen. Het model kijkt niet alleen naar de gezondheid van dieren, maar ook naar voeding, leefomgeving, natuurlijk gedrag en hoe een dier zich voelt. Dit maakt het een fijne basis voor gemeenten bij het maken van beleid, het toetsen van situaties en het nemen van maatregelen.

Doordat het model zowel risico’s als verbeterkansen laat zien, helpt het om dierenwelzijn op een doordachte en effectieve manier te verbeteren. Omdat het wetenschappelijk onderbouwd is, biedt het een stevige en objectieve basis, waardoor discussies over welzijnsbeoordelingen beter onderbouwd kunnen worden.

Een voorbeeld uit de praktijk

Een collega van handhaving van de gemeente waar je werkt, komt naar je toe voor advies. Hij heeft van meerdere inwoners (buren) klachten gekregen over overlast van een hond. Deze hond wordt de hele dag in een bench in de tuin opgesloten. De eigenaar gaat al heel vroeg de deur uit, komt laat thuis en is ook ’s nachts vaak afwezig. Er komt 2x per dag iemand om de hond even uit te laten.  De hond blaft en jankt de hele dag, buren ervaren last en maken zich bezorgd om de hond.

Wat adviseer je je collega te doen op basis van het Five Domains Model?
Beschrijf per domein in hoeverre er sprake is van een risico voor het welzijn van het dier. Deze uitwerking is voor jezelf om te toetsen of je het model kunt toepassen. Je hoeft het niet als huiswerk in te sturen.

Hieronder het advies.

In de tab hieronder staat de uitwerking
Uitwerking van het praktijkvoorbeeld

Een BOA/handhaver vraagt of er sprake is van dierenwelzijn bij een hond die dagelijks buiten in een bench zit. Om dit objectief te beoordelen, gebruiken we het Five Domains Model.

1. Voeding

Vragen om te beoordelen:

  • Krijgt de hond voldoende en geschikt voedsel?
  • Heeft de hond altijd toegang tot vers drinkwater?

Situatie: Stel dat de hond voldoende eten krijgt en er altijd water in een bak staat, dan scoort dit redelijk goed.
Probleem: Als het water regelmatig bevriest in de winter of de hond te weinig voer krijgt, heeft dit een negatief effect op welzijn.

✅ Conclusie: Mogelijk geen acute welzijnsschade, maar afhankelijk van omstandigheden kan het risico op uitdroging of ondervoeding aanwezig zijn.

2. Fysieke omgeving

Vragen om te beoordelen:

  • Is de bench groot genoeg zodat de hond kan staan, draaien en liggen in een natuurlijke houding?
  • Heeft de hond bescherming tegen extreme kou, hitte, regen en wind?
  • Is de ondergrond comfortabel en geschikt voor langdurig verblijf?

Situatie:

  • Als de bench te klein is, wordt de bewegingsvrijheid beperkt.
  • Als de hond in de volle zon staat zonder schaduw, kan dit tot oververhitting leiden.
  • In de winter zonder isolatie of bescherming tegen regen kan onderkoeling optreden.

Probleem: Langdurige opsluiting in een bench, zonder bescherming tegen weersomstandigheden, leidt tot ernstige welzijnsschade.

❌ Conclusie: Dierenwelzijn is hier in het geding. Zelfs met eten en water kan de hond fysiek lijden door hitte, kou of beperkte ruimte.

3. Gezondheid

Vragen om te beoordelen:

  • Heeft de hond last van drukplekken of spieratrofie door langdurig verblijf in een kleine ruimte?
  • Heeft de hond toegang tot medische zorg bij ziekte of verwondingen?
  • Is er sprake van een gezonde lichaamstoestand?

Situatie:

  • Als de hond continu in een kleine ruimte zit, kan dit spierzwakte of gewrichtsproblemen veroorzaken.
  • Lange blootstelling aan koude en nattigheid vergroot het risico op ontstekingen of onderkoeling.

Probleem: Langdurig verblijf zonder beweging leidt tot lichamelijke schade en mogelijk chronische gezondheidsproblemen.

❌ Conclusie: Het risico op gezondheidsproblemen is groot. Dit beïnvloedt het welzijn negatief.

4. Gedragsinteracties

Vragen om te beoordelen:

  • Kan de hond normaal gedrag vertonen, zoals rennen, snuffelen, spelen en sociaal contact met mensen of andere honden?
  • Wordt de hond uit de bench gehaald voor beweging en interactie?

Situatie:

  • Een hond is een sociaal dier en heeft bewegingsvrijheid en contact nodig.
  • Een hond die hele dagen opgesloten zit, kan frustratie, verveling en stress ontwikkelen.

Probleem: Beperkte bewegingsvrijheid en afwezigheid van sociaal contact veroorzaken gedragsproblemen zoals blaffen, angst of zelfs agressie.

❌ Conclusie: Dierenwelzijn is ernstig in gevaar door een gebrek aan normale gedragsmogelijkheden.

5. Mentale toestand

Vragen om te beoordelen:

  • Heeft de hond een positieve ervaring, zoals plezier, ontspanning of veiligheid?
  • Is er sprake van angst, stress of frustratie door langdurige isolatie?

Situatie:

  • Een hond die alle dagen opgesloten zit zonder interactie, ervaart waarschijnlijk stress, eenzaamheid en verveling.
  • Dit kan leiden tot gedragsstoornissen, zoals overmatig blaffen of apathie.

Probleem: De mentale toestand van de hond is zeer negatief, wat het algemene welzijn ernstig aantast.

❌ Conclusie: Dit is een ernstige welzijnsaantasting.

Eindconclusie: Is hier sprake van dierenwelzijn?

✅ Wat gaat goed?

  • Als de hond voldoende eten en drinken krijgt, wordt honger en uitdroging voorkomen.

❌ Wat gaat fout?

  • Fysieke omgeving is onvoldoende → Mogelijk kou, hitte, kleine ruimte.
  • Gezondheid loopt gevaar → Mogelijke gewrichtsproblemen, slechte conditie.
  • Gedrag wordt ernstig beperkt → Geen beweging of sociale interactie.
  • Mentale welzijn is slecht → Stress, verveling, eenzaamheid.

Conclusie: Dit is geen situatie met goed dierenwelzijn. Volgens het Five Domains Model is de kwaliteit van leven sterk verminderd en is hier mogelijk sprake van dierenmishandeling of verwaarlozing.

Advies aan de handhaver (BOA):

  • Controleer of de hond voldoende bescherming heeft tegen weer en wind.
  • Controleer of de hond voldoende uit de bench komt voor beweging.
  • Adviseer de eigenaar om de omstandigheden te verbeteren of handhaaf op basis van dierenwelzijnsregels (Wet dieren, Artikel 2.1, dierenmishandeling).
  • Schakel de (dierenpolitie) in voor overleg en afstemming om te kijken of er sprake is van dierenmishandeling en of de hond inbeslag genomen moet worden.

In dit hele concrete voorbeeld hebben we de politie erbij gehaald omdat de hond midden op de dag in de zon zat zonder water. Op het moment dat de politie kwam, arriveerde ook de hondenuitlater, de moeder van de eigenaar. Er vond telefonisch overleg plaats met de eigenaar, die aangaf dat hij niet meer voor het dier kon én wilde zorgen. De hond is in beslag genomen. Er is proces-verbaal opgemaakt. De hond is door een dierenarts nagekeken en deze gaf aan dat de inbeslagname de redding is geweest van het diertje.

Primaire reactie van buren, handhaver én adviseur was vooral emotioneel (‘nu dier weghalen, want zielig’). Door de beoordeling objectief te doen, aan de hand van dit model, kon er onderbouwd worden waarom ingrijpen noodzakelijk was.

Don`t copy text!